Door een groter aanbod van passagiers en het feit dat de vader van Gerrit Johannes Schippers, genaamd Cent Schippers, alleen de beschikking had over een in circa 1870 gebouwde steigerschuit (hoogaars) en twee roeiboten is er vermoedelijk de reden van geweest waarom zoon Gerrit J. Schippers in 1907 het besluit heeft genomen en opdracht heeft gegeven om de ‘Elisabeth’ te laten bouwen.
De ‘Elisabeth’ is in 1907 gebouwd op de scheepswerf van Jan Francis de Klerk te Hontenisse in Zeeuws-Vlaanderen. Gekozen is voor een Zeeuwse schouw met een lemmerkont. Deze ‘afwijkende’ achterkant ten opzichte van de gewone Zeeuwse schouw kwam ten goede aan de zeileigenschappen en comfort, zeker gezien het feit dat de Zeeuwse schouw niet gebruikt zou gaan worden in de visserij en op volle zee maar als veerboot tussen Veere (Walcheren) en Kamperland (Noord-Beveland)
In het originele rekeningenboek van scheepsbouwer Jan F. de Klerk is te lezen dat de ‘Elisabeth’ gebouwd is onder nummer 409 en dat de heer Gerrit J. Schippers in mei 1908 voor de ‘Elisabeth’ 1050 gulden moest betalen. Met de extra kosten, die blijkbaar tijdens de bouw zijn gemaakt, komen de totaalkosten voor de ‘Elisabeth’ op 1101,60 Nederlandse guldens.
De ‘Elisabeth’ is genoemd naar de vrouw van Gerrit Johannes Schippers die ‘Elisabeth’ Kasse heette. In de volksmond wordt de ‘Elisabeth’ ook wel ‘Betje’ genoemd.
Met de komst van de ‘Elisabeth’ werd de vloot van de familie Schippers uitgebreid tot 4 veerschepen. De ‘Elisabeth’ kreeg nummer 1 toegewezen wat in die tijd zoveel inhield als dat het de belangrijkste en eerste keuze boot was in de veerdienst.
In 1914 is de motorveerboot ‘Juliana’ aan de vloot toegevoegd om de betrouwbaarheid in de dienstregeling en onafhankelijkheid van de wind en het getij te vergroten.
In 1924 is de veerdienst onder beheer gekomen van de Provinciale Stoom Dienst (PSD). De familie Schippers bleef wel de veerdienst verzorgen echter duidelijk komt uit de archiefstukken naar voren dat de PSD een grote rol speelt in de dienstregeling, onderhoud en op het gebied van financiën.
In 1930 wordt de totale veerdienst overgenomen door de in 1914 gebouwde stalen motorveerboot ‘Zuidvliet’. Deze was reeds in dienst van de Provinciale Stoom Dienst (PSD) op het veer Wolphaartsdijk (Zuid-Beveland) en Kortgene. (Noord-Beveland) Toen op deze veerdienst een grotere boot in gebruik werd genomen is de ‘Zuidvliet’ naar Veere vertrokken.
Vanaf 1931 heeft de ‘Elisabeth’ tot 1948 gevaren als mosselboot met registratienummer PI 27 vanuit het plaatsje Philippine in Zeeuws Vlaanderen. Toenmalige eigenaar was Eduardus Eugenius de Mul die de ‘Elisabeth’ de naam ‘Drie Gezusters’ heeft gegeven. Ook het karakteristieke kotje is in deze periode verwijderd, zeer waarschijnlijk om het werken in de boot te vergemakkelijken. Buiten het verwijderen van het kotje is het spriettuig vervangen door een gaffeltuig. Hiervoor is het voordek verhoogd en de mast vervangen door een gestaagde mast. Deze mast was lichter (dunner) uitgevoerd en stond hoger op het dek dan de ongestaagde spriettuigmast.
In 1948 is de ‘Elisabeth’ vanuit Philipine naar Werkendam vertrokken. De nieuwe eigenaar werd Jaap Verhage die samen met zijn collega en vriend Jaap Beijerman een grote voorliefde had voor de ‘Elisabeth’. Reden voor deze voorliefde kan verklaard worden in het feit dat de heer Verhage geboren en opgegroeid is in Kamperland en zijn middelbare school heeft genoten in Middelburg. Als passagier is hij waarschijnlijk vaak door de ‘Elisabeth’ overgezeild. Het vaargebied in deze periode is voornamelijk de Biesbosch en de Zeeuwse wateren geweest.
Rond 1986 is de ‘Elisabeth’ overgegaan van de familie Verhage naar scheepsmakelaar ‘Serry’ te Weesp.
Pas in 1988 is de ‘Elisabeth’ doorverkocht aan de heer Jan Roos. Hij was zeer gecharmeerd van de ‘Elisabeth’, met name door het erg mooie model ervan. Hij had het plan haar op te knappen en daarvoor is de ‘Elisabeth’ overgevaren van Weesp naar de jachthaven ‘de Noord Aa’ in Hoogmade. Na het complete dek en boeisel opgeknapt te hebben is door verhuizing van de heer Jan Roos, na slechts 1,5 – 2 jaar, de ‘Elisabeth’ weer in de verkoop gekomen.
Na een ‘moeizaam’ aankoopproces is medio 1990 de ‘Elisabeth’ in het bezit gekomen van de stichting. Vanuit jachthaven ‘Persoon’ in Aalsmeer is zij overgevaren naar de jachthaven ‘Goese Sas’ waar zij een aantal jaren heeft gelegen. Guus van Hecke had met een aantal andere enthousiastelingen van de nieuw opgerichte stichting de Zeeuwse Schouw het voornemen om met wat ‘kleine’ werkzaamheden de ‘Elisabeth’ weer in een originele staat als veerschouw te krijgen. Dit bleek echter niet zonder meer realiseerbaar.
Begin jaren ‘90 is de ‘Elisabeth’ uit het water gehaald en is zij getransporteerd naar Heinkenszand, naar het terrein van de firma ‘Rijk’, waar de ‘Elisabeth’ jaren heeft gelegen in afwachting van de grondige restauratie en de financiering ervan.
De ‘Elisabeth’ is momenteel volledig gerestaureerd en nog steeds eigendom van de ’Stichting Zeeuwse Schouw’. Dit is een van de werkstichtingen van ‘Stichting Traditioneel Varend Zeeland’.
1907 – 1931 | G.J. Schippers, Veere ( Elisabeth) |
---|---|
1931 – 1948 | E.E. de Mul, Philippine ( Drie Gezusters) |
1948 – 1986 | J.C. Verhage, Eefde ( Elisabeth) |
1986 – 1988 | Scheepsmakelaar ‘Serry’, Weesp ( Elisabeth) |
1988 – 1990 | J. Roos, Hoogmade ( Elisabeth) |
1990 – Nu | Stichting Zeeuwse Schouw, G.J. Nijsse, Goes ( Elisabeth) |